English to Dutch European Centre for Disease Prevention and Control terminology (ECDC)

Search term or phrase in this TERMinator '. "." . '

Purchase TTMEM.com full membership to search this dictionary
 
 
Share this dictionary/glossary:
 

 
database_of_translation_agencies
 

SourceTarget
HIV is a virus, which attacks the immune system and causes a lifelong severe illness with a long incubation period.Hiv is een virus dat het afweersysteem aanvalt en een levenslange ernstige ziekte veroorzaakt met een lange incubatietijd.
The end-stage of the infection, acquired immunodeficiency syndrome (AIDS), results from the destruction of the immune system.Het eindstadium van de infectie, 'acquired immunodeficiency syndrome' (aids), is het gevolg van de vernietiging van het afweersysteem.
AIDS is defined by the presence of one or more “opportunistic” illnesses (other illnesses due to decreased immunity).Aids wordt gedefinieerd door de aanwezigheid van een of meer "opportunistische" ziekten (andere ziekten als gevolg van verminderde afweer).
Humans may acquire the infection after exposure to spores, and symptoms appear one to seven days (up to 60 days) later.Mensen kunnen geïnfecteerd raken na blootstelling aan sporen en de verschijnselen treden een tot zeven dagen (tot wel 60 dagen) later op.
After 2003, influenza A/H5N1 appeared in many Asian countries causing huge outbreaks in birds and a small number of severe human infections, almost entirely among people with close contacts with domestic poultry.Na 2003 verscheen influenza A/H5N1 in een groot aantal Aziatische landen, waar enorme uitbraken onder vogels en een klein aantal ernstige infecties bij de mens optraden, vrijwel uitsluitend bij mensen die direct met pluimvee in aanraking kwamen.
This A/H5N1 group has shown itself to be unusually stable for an avian influenza strain and has spread among birds in two waves, the second of which took it out of south and south-east Asia to Europe and Africa through migratory birds and trade.Deze A/H5N1-groep blijkt ongewoon stabiel voor een aviaire-influenzastam en heeft zich in twee golven onder vogels verspreid, waarvan de tweede zich via trekvogels en handelsverkeer heeft verplaatst van Zuidoost-Azië naar Europa en Afrika.
The disease may occur after eating foods containing the toxin or due to development of the spores within the intestine of young children or within wounds.De ziekte kan optreden na het eten van voedsel dat het gif bevat, of door de ontwikkeling van sporen in het darmkanaal van kleine kinderen of in wonden.
Food botulism is the dominating form of the disease, and paralytic symptoms generally appear after an incubation period of 12–36 hours (up to several days) after consumption of the toxin-containing food.Voedselbotulisme is de meest voorkomende vorm van de ziekte. Na een incubatietijd van 12–36 uur (tot wel enkele dagen) na de inname van gifbevattend voedsel doen zich in het algemeen verlammingsverschijnselen voor.
Brucellosis occurs worldwide but the Mediterranean region has been particularly affected.Brucellose komt over de hele wereld voor, maar met name in de regio rond de Middellandse Zee.
After an incubation period of five to 60 days, symptoms may appear either acutely or insidiously.Na een incubatietijd van 5 tot 60 dagen kunnen er acuut of geleidelijk verschijnselen optreden.
Control measures include animal vaccination and/or test-and-slaughter of infected animals, as well as pasteurisation of milk and dairy products.Bestrijdingsmaatregelen zijn onder meer vaccinatie van dieren en/of testen en afmaken van geïnfecteerde dieren, en pasteurisatie van melk en zuivelproducten.
After an incubation period of 2–5 days (range 1–10 days) common symptoms are severe abdominal pain, watery and/or bloody diarrhoea and fever.Na een incubatietijd van 2–5 dagen (spreiding van 1–10 dagen) zijn de gebruikelijke verschijnselen hevige buikpijn, waterige en/of bloederige diarree en koorts.
Chikungunya is present in parts of Africa, Southeast Asia and on the Indian subcontinent.Chikungunya komt voor in delen van Afrika, in Zuidoost-Azië en op het Indiase subcontinent.
CCHF virus is widespread and evidence for the virus has been found among ticks in Africa, Asia, the Middle East and Eastern Europe.Het CCHF-virus komt wijdverspreid voor en bewijs voor de aanwezigheid van het virus bij teken is aangetroffen in Afrika, Azië, het Midden-Oosten en Oost-Europa.
Chikungunya is present in parts of Africa, Southeast Asia and on the Indian sub-continent.Chikungunya komt voor in delen van Afrika, Zuidoost-Azië en op het Indiase subcontinent.
After a short incubation period of less than five days, the typical symptoms might develop, characterised by vomiting and watery diarrhoea.Na een korte incubatietijd van minder dan vijf dagen kunnen de typische verschijnselen optreden, gekenmerkt door braken en waterige diarree.
In most cases, though, symptoms are mild or absent and infected individuals become carriers with no symptoms.In de meeste gevallen zijn de verschijnselen echter licht of afwezig en worden de geïnfecteerde personen symptoomvrije dragers.
Human infections occur due to Cryptosporidium parvum, a species that also affects domestic animals.De mens kan met Cryptosporidium parvum worden besmet, een soort die ook bij huisdieren voorkomt.
Especially healthy individuals, may, after an incubation period averaging one week, get a diarrhoea that spontaneously resolves over a couple of weeks.Vooral gezonde personen kunnen na een incubatietijd van ongeveer zeven dagen diarree krijgen die in de loop van een aantal weken vanzelf overgaat.
By contrast, patients with impaired immune system may develop profuse, life-threatening, watery diarrhoea that is very difficult to treat with currently available drugs.Daarentegen kunnen patiënten met een verstoord afweersysteem hevige, levensbedreigende, waterige diarree ontwikkelen die zich zeer moeilijk laat behandelen met de op dit moment beschikbare geneesmiddelen.
Dengue fever is present in Asia, the Pacific, the Caribbean, the Americas and Africa.Knokkelkoorts komt voor in Azië, het Stille-Zuidzeegebied, het Caribisch gebied, Noord-, Midden- en Zuid-Amerika en Afrika.
After an incubation of 8-10 days, a mild and usually self-limited flu-like illness develops.Na een incubatietijd van 8-10 dagen ontwikkelt zich een lichte griepachtige ziekte, die doorgaans vanzelf overgaat.
The most common location of cysts is the liver, but cysts may develop in almost any organ, including lungs, kidneys, spleen, nervous tissue, etc, years after the ingestion of the echinococcus eggs.De meest voorkomende plaats voor cysten is de lever, maar ze kunnen zich jaren na de inname van de echinococcuseieren in vrijwel elk orgaan (bv. longen, nieren, milt, zenuwweefsel) ontwikkelen.
Urethral symptoms and vaginal discharge may appear after a short incubation (2–7 days following exposure), but in women cervicitis may remain without symptoms.Na een korte incubatietijd (2– 7 dagen na blootstelling) kunnen er verschijnselen met betrekking tot de urethra (plasbuis) en vaginale afscheiding optreden, maar baarmoederhalsontsteking kan zonder verschijnselen verlopen.
Children start showing symptoms of meningitis after a probable incubation period of about 2–4 days and clinical manifestations tend to evolve rapidly.Kinderen krijgen na een incubatietijd van waarschijnlijk 2– 4 dagen verschijnselen van hersenvliesontsteking en de klinische manifestaties ontwikkelen zich vaak snel.
The most frequent infections are urinary tract infections, followed by respiratory tract infections, infections after surgery, blood infection, and others (including diarrhoea).De meest voorkomende infecties zijn urineweginfecties, gevolgd door luchtweginfecties, infecties na chirurgie, bloedvergiftiging en andere infecties (waaronder diarree).
Patients are infectious from two weeks before the onset of symptoms and may continue to be infectious for one week or more after.Vanaf twee weken voor de eerste verschijnselen zijn patiënten besmettelijk en daarna kunnen ze één week of langer besmettelijk blijven.
In recent years, increasing numbers of drugs are becoming available for treatment of chronic infection.De afgelopen jaren zijn er steeds meer geneesmiddelen beschikbaar gekomen voor de behandeling van chronische infectie.
After 1991, blood transfusions and blood products became much safer than before, as routine HCV tests started to become widely available.Na 1991 werden bloedtransfusies en bloedproducten veel veiliger dan daarvoor, doordat standaard-HCV-tests steeds meer op grote schaal beschikbaar kwamen.
HIV is a virus, which attacks the immune system and causes a lifelong severe illness with a long incubatio period.Hiv is een virus dat het afweersysteem aanvalt en een levenslange ernstige ziekte veroorzaakt met een lange incubatietijd.
AIDS is defined by the presence of one or more “opportunistic ” illnesses (other illnesses due to decreased immunity).Aids wordt gedefinieerd door de aanwezigheid van een of meer 'opportunistische' ziekten (andere ziekten als gevolg van verminderde afweer).
Avian influenza is mainly a huge veterinary problem, but avian influenza viruses may also cause disease in humans after very close contact with infected birds.Vogelgriep is voornamelijk een bijzonder groot diergeneeskundig probleem, maar vogelgriepvirussen kunnen na zeer nauw contact met geïnfecteerde vogels ook ziekte bij de mens veroorzaken.
Lassa fever is present in West Africa.Lassakoorts komt voor in West-Afrika.
After exposure, the incubation period varies from two to ten days.Na blootstelling varieert de incubatietijd van twee tot tien dagen.
In most cases legionellosis can be treated effectively with antibiotics, but death rates can be high among the elderly and in patients with a weakened immune system.In de meeste gevallen kan legionellose effectief worden behandeld met antibiotica, maar de sterftecijfers kunnen hoog zijn onder ouderen en patiënten met een verzwakt afweersysteem.
After exposure, the incubation period ranges between two and 30 days (with an average of 10 days).Na blootstelling varieert de incubatietijd van 2 tot 30 dagen (met een gemiddelde van 10 dagen).
Preventive measures include controlling rodent populations, avoiding contaminated areas and covering cuts and abraded skin when operating in the environment.Preventieve maatregelen zijn onder meer ongediertebestrijding (knaagdieren), vermijding van besmette gebieden en afdekken van snij- en schaafwonden bij werken in de natuur.
The disease primarily causes problems in pregnant women, newborns, and adults with a weakened immune system.De ziekte veroorzaakt voornamelijk problemen bij zwangere vrouwen, pasgeborenen en volwassenen met een verzwakt afweersysteem.
After exposure (via contaminated food) most healthy adults do not develop any symptoms, except in the case of pregnant women.Na blootstelling (via besmet voedsel) ontwikkelen de meeste gezonde volwassenen geen verschijnselen, behalve zwangere vrouwen.
After an incubation period of about three weeks pregnant women may suffer from a self-limiting influenza-like illness which may affect the uterus.Na een incubatietijd van ongeveer drie weken kunnen zwangere vrouwen een griepachtige ziekte ontwikkelen die vanzelf overgaat, maar de baarmoeder kan aantasten.
In addition, listeriosis in adults with weakened immune system and the elderly may lead to meningitis, brain infection, and severe blood infection.Daarnaast kan listeriose bij volwassenen met een verzwakt afweersysteem en bij ouderen leiden tot hersenvliesontsteking (meningitis), herseninfectie en ernstige bloedvergiftiging (sepsis).
Depending on the plasmodium species involved, much longer incubation periods are possible.Afhankelijk van de betrokken plasmodiumsoort zijn veel langere incubatietijden mogelijk.
The disease is transmitted via airborne respiratory droplets, or by direct contact with nasal and throat secretions of infected individuals.De ziekte wordt overgedragen via uit de luchtwegen afkomstige druppeltjes in de lucht of door direct contact met neus- of keelafscheiding van geïnfecteerde personen.
The main symptoms are fever, rash, cough, running nose and eye infection, appearing after an incubation period of 10 to 12 days.De voornaamste verschijnselen zijn koorts, huiduitslag, hoesten, loopneus en ooginfectie, die optreden na een incubatietijd van 10 tot 12 dagen.
Death is rare but remains as a risk especially for elderly or persons with weakened immune system.Overlijden komt zelden voor, maar blijft een risico, vooral bij ouderen of personen met een verzwakt afweersysteem.
Following infection (by inhalation of droplets), susceptible individuals develop symptoms after an incubation period of about 10 days.Na infectie (door inademing van druppeltjes) ontwikkelen gevoelige personen verschijnselen na een incubatietijd van ongeveer 10 dagen.
Affected children are also exposed to complications such as pneumonia, partial collapse of lung tissue, weight loss, hernia, seizures, brain damage (probably due to oxygen deficit).Aangedane kinderen lopen ook het risico van complicaties als longontsteking, gedeeltelijk inklappen van de long, gewichtsverlies, hernia, epileptische aanvallen en hersenbeschadiging (waarschijnlijk als gevolg van zuurstoftekort).
To protect children, effective vaccines are available, to be administered very early on after birth.Om kinderen te beschermen zijn er effectieve vaccins beschikbaar die zeer snel na de geboorte moeten worden toegediend.
Sporadic human cases appear after exposure to rodents and/or their fleas (bubonic plague).Besmetting van de mens doet zich sporadisch voor na blootstelling aan knaagdieren en/of hun vlooien (builenpest).
In cases of primary pulmonary plague, patients become infected by inhaling bacteria-rich aerosols produced by individuals who developed secondary pneumonia in the course of plague severe blood infection.In gevallen van primaire longpest raken patiënten geïnfecteerd door inademing van in de lucht zwevende bacteriën afkomstig van personen bij wie zich tijdens het beloop van ernstige, met pest samenhangende bloedvergiftiging secundaire longontsteking heeft ontwikkeld.
Plague prevention is based on general environmental hygiene, with special regards to waste disposal and control of domestic rats.Pestpreventie berust op algemene omgevingshygiëne, met speciale aandacht voor afvalverwijdering en bestrijding van ratten in de woonomgeving.
However, after exposure and an incubation period of about one to two weeks the virus can spread from the digestive tract to the central nervous system, resulting in meningitis and neural damage with paralysis (the latter in less than 1% of cases).Na blootstelling en een incubatietijd van ongeveer een tot twee weken kan het virus zich echter vanuit het spijsverteringskanaal verspreiden naar het centrale zenuwstelsel, met als gevolg hersenvliesontsteking en zenuwbeschadiging met verlamming (dit laatste in minder dan 1 % van de gevallen).
Infection in humans occurs through inhalation of virus in aerosol from excreta of infected rodents.Infectie bij de mens vindt plaats via inhalatie van het virus in nevels afkomstig uit uitwerpselen van geïnfecteerde knaagdieren.
After an incubation period of, usually, 2–3 weeks, disease symptoms may appear but more frequently they do not.Na een incubatietijd van doorgaans 2–3 weken kunnen er ziekteverschijnselen optreden, maar vaak blijven deze uit.
After an incubation period of 3–8 weeks (though sometimes much longer), non-specific symptoms appear, such as headache, fever and numbness of the skin around the site of the bite.Na een incubatietijd van 3–8 weken (maar soms veel langer) ontwikkelen zich niet-specifieke verschijnselen, zoals hoofdpijn, koorts en gevoelloosheid van de huid rond de plaats van de beet.
Prevention is possible by vaccination, including post-exposure immunisation to be given as soon after the exposure as possible.Preventie is mogelijk door middel van vaccinatie, waaronder immunisatie na blootstelling waarmee zo snel mogelijk na de blootstelling moet worden begonnen.
It is transmitted from person to person via droplets (the virus is present in throat secretions).De aandoening wordt van persoon op persoon overgedragen via druppeltjes (het virus is aanwezig in afscheiding in de keel).
It affects mainly, but not only, children and when pregnant women are infected, it may result in malformation of the foetus.Het zijn voornamelijk, maar niet uitsluitend, kinderen die door de aandoening worden getroffen. Wanneer een zwangere vrouw geïnfecteerd raakt, kan dit leiden tot afwijkingen van het ongeboren kind.
In symptomatic cases, after an incubation period of 2–3 weeks, patients develop swollen lymph glands, malaise, rash, and upper respiratory tract symptoms.In symptomatische gevallen, na een incubatietijd van 2–3 weken, ontwikkelen patiënten opgezette lymfeklieren, malaise, huiduitslag en verschijnselen van bovensteluchtweginfectie.
In this situation the virus can affect all the organs of the developing foetus, causing foetal death, miscarriage, or congenital malformation.In dit geval kan het virus alle organen van de zich ontwikkelende foetus aantasten en zo foetale sterfte, miskraam of aangeboren misvorming veroorzaken.

Want to see more? Purchase TTMEM.com full membership